Dataoverdracht optimaliseren met Powerline – volg deze tips

Onze Powerline-adapters zijn ontworpen voor stabiele, kwalitatieve dataoverdracht in huis. In uitzonderlijke gevallen kan het voorkomen dat afzonderlijke stopcontacten in huis lage dataoverdrachtssnelheden behalen. Deze instructies geven u drie simpele stappen om overdracht via adapters te optimaliseren.

Achtergrond

Sommige elektrische apparaten sturen een storingsspanning naar het elektriciteitsnetwerk en kunnen zo dataoverdracht via dit net verslechteren. Voorbeelden hiervan zijn dimmers en voedingen voor andere apparaten.

 

De volgende regel is van toepassing: hoe groter de afstand tussen de elektrische stoorzender en de adapter, hoe kleiner de storing. Dus wanneer de stoorzender in het naastgelegen stopcontact zit, kan dat nadelig zijn voor dataoverdracht.

 

Lees meer over oorzaken en oplossingen

Zo bepaalt u de belangrijkste stoorzenders

1. Controleer de verbinding

Er is een simpele methode om te checken of twee adapters verbonden zijn:

 

  • Plug de twee apparaten naast elkaar in een stekkerdoos.
  • Sluit de stekkerdoos aan op het elektriciteitsnetwerk.

Indien de twee adapters een netwerk vormen, zal de dLAN-led (huissymbool) of de power-led (productafhankelijk) oplichten.

 

  • Als de leds niet oplichten, moeten de apparaten worden verbonden.
  • Volg hiervoor de instructies in de betreffende handleiding.

2. Plaats de apparaten correct

Plug nu de adapters in de stopcontacten die u wilt gebruiken om de apparaten te gebruiken. Houd voor optimale plaatsing de volgende basisregels aan:

 

  • Plug de adapter indien mogelijk direct in een wandstopcontact in, en niet in een stekkerdoos of verlengsnoer.
  • Wanneer meerdere wandstopcontacten naast elkaar zitten, gedragen ze zich als een stekkerdoos. Enkele wandstopcontacten zijn optimaal.

Wanneer andere apparaten in de directe nabijheid stroom nodig hebben, raden we een adapter met geïntegreerd stopcontact aan.

 

  • Plug hier direct de andere devices of een stekkerdoos in.

3. Vind de stoorzender

Als de dataoverdracht na optimale plaatsing nog altijd niet naar wens is, kan het zijn dat een nabijgelegen elektronisch apparaat storing veroorzaakt.

 

  • Om dit te testen, zet u elk elektronisch apparaat een voor een uit (scheid ze indien mogelijk van de stroombron).
  • Gebruik het led-display (of nog beter: ‘Cockpit’) om te zien of er een verbetering in overdrachtssnelheid optreedt.

Vaak zijn schakelende voedingen in apparaten, dimmers in lampen of opladers de oorzaak van de storing.

 

  • Heeft u de stoorzender eenmaal gevonden, kies dan een ander stopcontact voor dit apparaat of plug het in het stopcontact van de adapter (mits dat er is).

Rond het instellingsproces af

Wanneer de dLAN-led of de power-led (voor apparaten met led) wit of groen oplicht, betekent dit dat er een goede verbinding is. Als het display oranje of rood gloeit, is de verbinding niet optimaal. Gebruik in dat geval onze ‘Cockpit’-software om de exacte overdrachtssnelheid af te lezen.

Meer weten over het WiFi-aanbod, elimineren van plekken zonder internet of router- en product-compatibiliteit?

Gebruik onze gids voor optimalisatietips en productaanbevelingen


Lees meer